dinsdag 29 juli 2008

2 keer IJmuiden

Zondag besloot ik naar ijmuiden te gaan om daar op zoek te gaan naar waterrietzangers. Ik kwam iets later dan ik wilde aan bij het Kennemermeer en het was al flink warm. Ik ging rustig alle rietranden en ruigtes rond het kennemermeer af, maar vond niets. Ook op de pier was het niet echt boeiend dus ik ging zonder iets nieuws terug naar huis.
Maandag werden er wel 2 waterrietzangers gepiept vanaf IJmuiden, maar... niet precies bij het Kennemermeer. Ik bleek zondag een geschiktere plek iets zuidelijker over het hoofd te hebben gezien.
Omdat ik de soort zo graag wilde zien, besloot ik tegen mijn 'ik trein alleen in het weekend, want dat is gratis'-principes in te gaan en dinsdagochtend zo vroeg mogelijk in IJmuiden te zijn. Rond kwart over 8 liep ik toen richting de goede plek. Er waren al wat vogelaars aanwezig, die de vogels zowel gezien als gehoord hadden. Ze hielden nu echter hun snavel. Dit duurde een tijd en de andere vogelaars vertrokken. Het begon te waaien en ik begon daarom een beetje nerveus te worden. Totdat ik in een iets noorderlijker stukje ging kijken; hier hoorde ik gelijk een verdacht 'tek'-roepje en even later een rateltje. Niet lang daarna riep een nieuw aangekomen vogelaar mij dat hij er één zag en kort daarna zagen we twee waterrietzangers in vlucht. Het duurde nog een tijdje, maar toen had ik er ook kort één vrij zittend, schitterend. Weer een nieuwe soort en een mooie toevoeging aan mijn levens- en uiteraard jaarlijst.
Het weer werd steeds slechter, dus ik ben na een kort bezoek aan de pier weer teruggegaan.

zondag 27 juli 2008

Een bizarre dag

De doordeweekse dagen van de afgelopen week verliepen rustig. Ik vogelde wat rond Amersfoort, wat niet meer dan een paar wespendieven en een pontische meeuw opleverde. De vorkstaartmeeuw van Scheveningen bleef helaas niet tot vrijdag zitten, want ik had geen zin om er geld in te steken. Op vrijdag besloot ik te gaan trektellen op mijn voorheen vaste telpost: het Hazewater. Er was leuke gierzwaluw-trek, wat ik nog niet eerder had meegemaakt op deze post, omdat ik er eigenlijk alleen in september-november en maart-april geteld heb. Enkele honderden giertjes trokken over. Na anderhalf uur luisterde ik de vogellijn af en hoorde dat er een waterrietzanger ter plaatse was in Lentevreugd. Aangezien dit één van mijn doelsoorten voor deze zomer is, haastte ik me naar huis, waar ik erachter kwam dat de vogel al uren zoek was. Dan maar weer terug naar de telpost, waar ik verder ging met giertjes tellen.
Maar de dag erna wilde ik het erop wagen, en zo vroeg mogelijk in Lentevreugd zijn. In mijn toch al korte nachtrust werd ik uit mijn slaap gehouden door een gigantisch onweer, dat over Amersfoort trok. De ochtend erop kwam ik iets voor half 7 aan op het station en kwam daar tot een merkwaardige conclusie: er rijden GEEN treinen vanaf Amersfoort! Oorzaak: blikseminslag... "Nou ja, zo snel geef ik me niet gewonnen!" In minder dan een uur racete ik naar het station van Utrecht en miste net mijn eerste aansluiting naar Leiden. Vervolgens verliep alles wel voorspoedig en rond 9 uur kwam ik aan in Lentevreugd. Hier uiteraard geen waterrietzanger, maar het zoeken ernaar was spannend. Samen met wat andere vogelaars had ik het nog even over vale pijlstormvogels. "Tja, Camperduin is toch echt de beste plek" en "Noord-Holland is duidelijk beter dan Zuid-Holland". Aangezien het zoeken naar waterrietzangers midden op de dag niet zo heel veel zin heeft, koos ik er ondanks deze woorden voor om lekker op het duin bij Katwijk te gaan zitten. Ik keek suf uit over de zee en dacht: "ik zal hier wel de rest van de dag kansloos zitten kijken". Deze gedachte hield een half uur stand, want toen, opeens...vliegt er een pijl door mijn beeld heen! "Vale!", schreeuwt meteen een stemmetje in mijn hoofd. Overduidelijk vale: korte vleugels, korte staart en een hangbuikje. Het is een donkere vogel, zonder duidelijke witte buik. Maar wat geweldig! Ik kan de vogel enkele tientallen seconden in beeld houden en hem goed zien. Niet alleen een nieuwe soort, maar ook nog eens mijn 400e soort van mijn leven! Blij spreek ik de vogellijn in en bedenk me dat het pas kwart voor 12 is. In katwijk scoor ik nog even een paar zeldzame varens, te weten ijzervaren en zwartsteel en ga dan weer richting Leiden. Ik besluit richting Eindhoven te gaan, om vervolgens op de Strabrechtse heide op zoek te gaan naar zwarte ooievaar. Onderweg ga ik even langs René om mijn inventarisatieatlas (die ik was vergeten op de roodmus/krekelzanger-avond) op te halen. Tevens ruilen we in het kader van 'ik gebruik hem meer dan jij'-redenen van NJN-telescoop: hij de meopta en ik de Swarofski ---> goede deal ;) en bedankt René! Maar met mijn telescoop was fatsoenlijk zeetrektellen bijna niet meer mogelijk. Nou ja, op naar de Strabrechtse heide. Als ik bijna in het gebied ben, loopt mijn band leeg: het ventiel is van het rubber afgescheurd en ik heb geen reserveband bij me. Daar sta je dan, het is nog 4 kilometer naar de vermeende plek. Nou, lopen dan maar! Als ik na 150 meter de heide op loop kijk ik kort naar boven en zie vanuit mijn ooghoeken op vrij grote hoogte wat grote vogels vliegen. Heel even denk ik "mantelmeeuwen", maar dan kijk ik nog eens en zie ik dat het zwarte ooievaars zijn! 6 zwarte ooievaars! Wat gaaf en wat een geluk, nu hoef ik ook niet zo ver te lopen. Binnen een uur nadat ik ben uitgestapt zit ik alweer in de trein, met mijn 290e jaarsoort op zak!
Als ik in Amersfoort aankom, bedenk ik me dat het handigst is om naar station Amersfoort Schothorst te gaan, omdat het dan niet zo ver lopen is. We komen aan op het perron dat tussen 2 sporen in ligt. Dit perron staat in connectie met de buitenwereld via een tunnel, en guess what: de tunnel was volgelopen met water! De brandweer was al bezig met het water wegpompen. Dat moest een flink buitje zijn geweest. Maar goed, we rijden terug naar Amersfoort en gaan dan met een andere trein naar het perron wat wel direct aan het 'vaste land' grenst. Wat een dag...


maandag 21 juli 2008

Zeetrek deel 1

Hoewel het gisteren achteraf heel verstandig was geweest om naar Camperduin te gaan, hield ik het vanwege beperkte reismogelijkheden en nog wat slaaptekort op Scheveningen. Hier zag ik mijn eerste 10 jan-van-genten (#288) van het jaar.

zaterdag 19 juli 2008

Hongarije

Elk jaar ga ik in de zomervakantie mee op 1 of meerdere kampen van de NJN. Half augustus zal ik 10 dagen op Terschelling zitten en hard op zoek gaan naar de eerste najaarsvogels, maar afgelopen 12 dagen kon ik eindelijk eens onder de jaarlijst-druk uitkomen en gunde ik mijzelf een kamp in Hongarije. Wat relaxed om eventjes niet aan die jaarlijst te denken en gewoon eens te gaan scoren in het buitenland.
We verbleven dichtbij de Neusiedlersee, dichtbij de grens met Oostenrijk. In de vrijwel directe omgeving van het kampterrein bevonden zich zoutmeertjes, moerasjes, slikken, bossen en mooie weilanden. Wat verder weg mooie moerasbossen, kalkheuvels, enorme rietvelden en de laatste populatie grote trappen in Oostenrijk.
Die grote trap was dan één van de doelsoorten van het kamp en was één van mijn vijf lifers. De andere nieuwe soorten waren: syrische bonte specht, sperwergrasmus, dwergaalscholver en zwartkoprietzanger. Vooral in die laatste soort heb ik erg veel tijd gestoken en ik was dan ook heel erg blij toen ik een vogel bovenin een rietstengel zag zitten.
Naast deze soorten wemelde het van de andere gave vogels; al met al zag ik zo'n 150 soorten. Andere leuke soorten waren woudaap, kwak, zwarte ooievaar, witwangstern, hop, bijeneter, zeearend, poelruiter, witoogeend, buidelmees, krekelzanger en enorme hoeveelheden aan kuifleeuwerikken, grauwe klauwieren en grauwe gorzen.
Ook leuk waren de grote aantallen libellen (waaronder grote pantserjuffer, bandheidelibel, zuidelijke heidelibel en witpuntoeverlibel) en dagvlinders (waaronder spiegeldikkopje, akkerparelmoervlinder, witbandzandoog en dwergblauwtje). Zoogdieren als siessel en bever maakten de scoorlijst compleet. Al die soorten in combinatie met geweldig weer, een prachtig landschap en een gezellige groep maakten dit kamp zeer geslaagd.


Bidsprinkhaan
Zuidelijke heidelibel
Zuidelijke glazenmaker
Beekoeverlibel
Boomkikker
Groene pad
Boomkikker



Nadat ik de vogelwaarnemingen van de afgelopen tijd heb gezien, kan ik alleen maar zeggen dat ik opgelucht ben. Behalve vale gier geen goede soorten gemist; het had veel erger kunnen zijn.
Morgen ga ik er weer tegenaan!

woensdag 2 juli 2008

Leuke insecten

In tijden van relatieve vogelschaarste is er gelukkig nog genoeg te doen. Samen met Tim Hofmeester en zijn vader ben ik gisteren op zoek gegaan naar een aantal zeldzame insecten soorten. We begonnen met een zoektocht naar volwassen rivierrombouten bij Gorinchem. Deze vonden we snel, maar ze waren lastig te fotograferen. Uiteindelijk kregen we er toch één redelijk
voor de lens.

Rivierrombout
Hierna zijn we op de Hoge Veluwe op zoek gegaan naar bosparelmoervlinder, grote parelmoervlinder en gentiaanblauwtje. Ook deze vonden we alle 3. Fotograferen was een stuk moeilijker, maar bosparelmoervlinder is redelijk gelukt. We zagen ook nog een hoop anderesoorten, dus we hadden genoeg te fotograferen.
Grote groene sabelsprinkhaan en zoemertje
geelsprietdikkopje
Kleine vuurvlinder
gentiaanblauwtje
Bosparelmoervlinders