Zondag werd er melding gemaakt van een mogelijke taigarietgans langs de grebbedijk bij wageningen. De beschrijving die er bij stond was vrij goed, dus reden genoeg om er even te gaan kijken. Helaas zaten er alleen maar grauwe ganzen en kolganzen, maar ik had nog wel even de tijd en ben daarom maar weer eens de blauwe kamer in gelopen.
Het was zoals gewoonlijk vrij saai, maar toen ik langs het pad naar de vogelhut liep zag en hoorde ik behoorlijk wat zangvogeltjes, waaronder drie boomkruipers. Één van de boomkruipers viel gelijk op door zijn zeer witte onderzijde en langgerekte wenkbrauwstreep. Hij/zij riep ook nog eens stukken hoger dan de andere twee boomkruipers, dus de gedachte aan een taigaboomkruiper kwam bij mij op. De tien minuten daarna heb ik de vogel lange tijd goed kunnen bekijken, waarbij de vele witte vlekjes op de rug opvielen en ook de afwezigheid van witte handpentoppen. De bekende verschoven 'traptrede' dacht ik ook te zien, maar dat blijft erg moeilijk te beoordelen bij zo'n bewegelijk vogeltje. Ook de achternagel is natuurlijk moeilijk te beoordelen.
Na een vrij lange discussie op waarneming.nl lijkt het het verstandigst om de waarneming niet als 100% zeker te zetten, jammer natuurlijk, maar zo hou ik in ieder geval een schone lijst...
Ik hoop vandaag weer even te kunnen zoeken.
dinsdag 29 januari 2008
zondag 27 januari 2008
Weinig productief
Dit weekend had ik een drukke planning. Zaterdag moest ik het één en het ander in Amersfoort doen en zondag ging ik in Meyendel een mossen- en korstmossenexcursie leiden. Uiteraard stonden ook de nodige vogeluren op de planning.
Zaterdagochtend bracht ik door in verschillende gebieden rond Amersfoort: landgoed Den Treek (bekend van de grote kruisbekken), landgoed stoutenburg en natuurontwikkelingsgebied bloeidaal. Het was heel aardig weer en ik ging met goede hoop op zoek naar bosvogels in Den Treek. Ik hoopte vooral op kleine bonte specht, houtsnip en overwinterende barmsijzen. Geen één van deze soorten lukte. Wel zag ik paar groepjes kruisbekken, ijsvogel, vuurgoudhaan en een roodborsttapuit.
Vervolgens ging ik op zoek naar steenuil op landgoed stoutenburg. Helaas had ook deze vogel er vanochtend geen zin in.
En ook in bloeidaal zat het niet echt mee, hoewel grote zilverreiger nog een nieuwe soort voor mij in dit gebied (toch wel mijn ‘local patch’) was.
Maar goed, dit waren uiteraard allemaal overkomelijke dingen. Vervelender was dat ik de kans op het zien van de kleine burgemeester in Amsterdam iets te hoog had ingeschat. Toen ik daar ’s middags stond, zag ik vrij snel in dat de kans op een goede afloop nogal nihil was; overal meeuwen, maar allemaal in de lucht en in alle richtingen vliegend. Een jaarlijst-technisch gezien nogal rotte zaterdag dus.
Zondag was ik van plan met de excursie eerst een wandeling in meyendel te maken om vervolgens Lentevreugd te bezoeken en daarna nogmaals een poging te doen om de dwerggors te zien.
Meyendel was zoals altijd prachtig, maar qua vogels was het niet bijzonder. Wel vonden we leuke mossen zoals grijze bisschopsmuts, gewoon viltsterrenmos en vals rendiermos.
Lentevreugd leverde (wel met meer moeite dan normaal) eindelijk weer een nieuwjaarssoort op: bokje. Even later hoorde ik ook eindelijk mijn eerste kneu van het jaar, dus ik was in ieder geval twee soortjes verder. Ondertussen had Bram Ubels mij gebeld dat hij de dwerggors had gevonden: goed nieuws, maar gelukkig juichte ik niet te vroeg.
Één keer hoorde ik op de bekende plek een tikje waar waarschijnlijk de dwerggors achter zat, maar verder liet de vogel zich niet zien of horen: balen dus. Het werd wel een beetje goed gemaakt door de derde nieuwjaarssoort van de dag, boomleeuwerik.
Tja, al met al kan ik niet stellen dat het echt goed gaat met mijn jaarlijst. Ondertussen heb ik 127 soorten gezien; niet echt slecht natuurlijk, maar of ik op deze manier de 300 ga halen, betwijfel ik.
Zaterdagochtend bracht ik door in verschillende gebieden rond Amersfoort: landgoed Den Treek (bekend van de grote kruisbekken), landgoed stoutenburg en natuurontwikkelingsgebied bloeidaal. Het was heel aardig weer en ik ging met goede hoop op zoek naar bosvogels in Den Treek. Ik hoopte vooral op kleine bonte specht, houtsnip en overwinterende barmsijzen. Geen één van deze soorten lukte. Wel zag ik paar groepjes kruisbekken, ijsvogel, vuurgoudhaan en een roodborsttapuit.
Vervolgens ging ik op zoek naar steenuil op landgoed stoutenburg. Helaas had ook deze vogel er vanochtend geen zin in.
En ook in bloeidaal zat het niet echt mee, hoewel grote zilverreiger nog een nieuwe soort voor mij in dit gebied (toch wel mijn ‘local patch’) was.
Maar goed, dit waren uiteraard allemaal overkomelijke dingen. Vervelender was dat ik de kans op het zien van de kleine burgemeester in Amsterdam iets te hoog had ingeschat. Toen ik daar ’s middags stond, zag ik vrij snel in dat de kans op een goede afloop nogal nihil was; overal meeuwen, maar allemaal in de lucht en in alle richtingen vliegend. Een jaarlijst-technisch gezien nogal rotte zaterdag dus.
Zondag was ik van plan met de excursie eerst een wandeling in meyendel te maken om vervolgens Lentevreugd te bezoeken en daarna nogmaals een poging te doen om de dwerggors te zien.
Meyendel was zoals altijd prachtig, maar qua vogels was het niet bijzonder. Wel vonden we leuke mossen zoals grijze bisschopsmuts, gewoon viltsterrenmos en vals rendiermos.
Lentevreugd leverde (wel met meer moeite dan normaal) eindelijk weer een nieuwjaarssoort op: bokje. Even later hoorde ik ook eindelijk mijn eerste kneu van het jaar, dus ik was in ieder geval twee soortjes verder. Ondertussen had Bram Ubels mij gebeld dat hij de dwerggors had gevonden: goed nieuws, maar gelukkig juichte ik niet te vroeg.
Één keer hoorde ik op de bekende plek een tikje waar waarschijnlijk de dwerggors achter zat, maar verder liet de vogel zich niet zien of horen: balen dus. Het werd wel een beetje goed gemaakt door de derde nieuwjaarssoort van de dag, boomleeuwerik.
Tja, al met al kan ik niet stellen dat het echt goed gaat met mijn jaarlijst. Ondertussen heb ik 127 soorten gezien; niet echt slecht natuurlijk, maar of ik op deze manier de 300 ga halen, betwijfel ik.
donderdag 24 januari 2008
Deceptie in de regen
Vandaag had ik voor de verandering eens geen colleges en kon daarom weer eens vogelen. De fietstocht begon aardig met een grote gele kwikstaart vlak achter mijn flat en een schitterend vrouwtje blauwe kiek in de Blauwe kamer. Ik besloot daarna de waalkade in Tiel weer eens met een bezoek te vereren om daar op zoek te gaan naar de alom bekende ringsnavelmeeuw. Ik heb niet echt goede ervaringen met dit beest: pas bij de derde keer dat ik de plek bezocht kreeg ik het beest te zien. Ik hoopte dat daarmee de slechte traditie verbroken was en dat het beest voortaan keurig zou komen opdagen als ik er was...niet dus. Toen ik de waalkade opreed begon het te regenen.
Er zaten behoorlijk wat meeuwen, maar de ringsnavelmeeuw zat er niet tussen. Ik had flink wat brood bij me en lokte daarmee nog meer meeuwen uit de omgeving naar de waalkade, maar... geen ringsnavel. Ondertussen ging het harder regenen en na een uur hield ik het voor gezien. Het zal dit jaar vast niet bij dit ene bezoek blijven.
Vervolgens ben ik maar naar het Binnenveld gereden. Hier nog aardige dingen in de vorm van een ijsvogel, een grote groep kleine zwanen en 2 reeën.
Doorweekt kwam ik thuis; volgende keer beter... en ik hoop dat het dit weekend iets beter weer is.
Er zaten behoorlijk wat meeuwen, maar de ringsnavelmeeuw zat er niet tussen. Ik had flink wat brood bij me en lokte daarmee nog meer meeuwen uit de omgeving naar de waalkade, maar... geen ringsnavel. Ondertussen ging het harder regenen en na een uur hield ik het voor gezien. Het zal dit jaar vast niet bij dit ene bezoek blijven.
Vervolgens ben ik maar naar het Binnenveld gereden. Hier nog aardige dingen in de vorm van een ijsvogel, een grote groep kleine zwanen en 2 reeën.
Doorweekt kwam ik thuis; volgende keer beter... en ik hoop dat het dit weekend iets beter weer is.
zondag 20 januari 2008
Regen, wind en vogels in het hoge noorden
Mijn plan om fanatiek te gaan vogelen werd dit weekend flink tegengewerkt door het weer. Op vrijdag was de lucht zo donker dat er eigenlijk al te weinig licht was toen ik om half 4 in Buitenpost uit de trein stapte.
Zaterdagochtend regende het tot een uur of half 11 ononderbroken, dus ik stapte pas vrij laat op de fiets.
Mijn eerste stop maakte ik op de kwelder bij Paesens, waar ik mijn eerste bonte strandlopers, drieteenstrandlopers, zilverplevier en kanoeten van het jaar zag. In de altijd vogelrijke bantpolder raasde een smelleken laag over het veld, alom paniek zaaiend onder de (toch 3 keer zo grote) wintertalingen.
Aan de andere kant van de dijk dobberden een paar eiders op zee, voor de spuisluizen zat een mooi mannetje middelste zaagbek en aan de lauwersmeerkant van de sluizen zaten 2 toppereenden in een groep kuifeenden.
In de haven hoorde ik van andere vogelaars dat de al een aantal dagen aanwezige ijseenden nog steeds ter plaatse waren aan de oostkant van de haven. Een paar minuutjes later had ik deze vogels ook in de scoop; altijd leuk. Verderop in de haven hoorde ik sneeuwgorzen, maar kreeg ze niet te zien. In de haven zwommen ook nog 2 gewone zeehonden; bij één van deze twee dook een dodaars op die zich wezenloos schrok van de kop van de zeehond en halsoverkop wegvloog.
Vervolgens ben ik richting de vlinderbalg gereden. Omdat het vrij hard waaide en het water erg hoog stond, waren er weinig vogels. Dit werd goedgemaakt door een prachtige groep van meer dan 20 bonte kraaien. Deze soort gaat als wintergast hard achteruit maar deze winter zaten er dus wel aardige aantallen in het lauwersmeer.
’s Ochtends was er een roodhalsfuut gemeld aan de westkant van het lauwersmeer, in de haven van Oostmahoorn. Helaas was de vogel niet meer te zien toen ik er ’s middags aankwam.
Toen ben ik maar op zoek gegaan naar leuke ganzen rond het plaatsje Morra. Al vrij snel vond ik in een groep rotganzen een schitterende zwarte rotgans. Helaas geen witbuikrotgans kunnen vinden.
Andere vogelaars wezen mij op een andere groep rotganzen iets noordelijker van de eerste groep. In het laatste licht kon ik nog net de in deze groep aanwezige roodhalsgans zien. Wat een schitterende soort is dat toch! Terug gekomen in Nes (waar ik verbleef bij een goed bevriende vogelaar) liep ik nog even naar buiten. Vanuit de buurt van een boerderij waar jaarlijks kerkuilen zitten, klonk één keer de schreeuw van het mannetje. Een leuke afsluiting van een leuke dag.
Zondag was het weer helaas weer erg slecht. Ik probeerde ´s ochtends in wind en regen fraters en strandleeuweriken te vinden in de Bantpolder, maar er was geen zangvogel te zien.
Omdat er verder niet veel te doen meer was rondom het lauwersmeer ging ik op weg naar het dorpje Schuilenburg, alwaar al enkele dagen een parelduiker en een kuifduiker verbleven. De afstand en vooral de wind had ik een beetje fout ingeschat. Daarnaast reed ik nog een paar keer fout, waardoor ik al bijna het Bergummermeer af stond te scopen in plaats van het schuilenburg. Na lang gezwoeg kwam ik rond 3 uur aan bij de goede plek en zag ik al snel de kuifduiker en iets later de parelduiker. Dit was pas mijn 3e parelduiker in Nederland dus ik ben er erg blij mee. Hierna was er geen tijd meer over om nog iets anders te ondernemen, dus ik liet mij door de wind terugblazen naar Buitenpost en ging via Groningen terug naar Wageningen. Al met al een leuk weekend met 18 nieuwjaarssoorten.
Zaterdagochtend regende het tot een uur of half 11 ononderbroken, dus ik stapte pas vrij laat op de fiets.
Mijn eerste stop maakte ik op de kwelder bij Paesens, waar ik mijn eerste bonte strandlopers, drieteenstrandlopers, zilverplevier en kanoeten van het jaar zag. In de altijd vogelrijke bantpolder raasde een smelleken laag over het veld, alom paniek zaaiend onder de (toch 3 keer zo grote) wintertalingen.
Aan de andere kant van de dijk dobberden een paar eiders op zee, voor de spuisluizen zat een mooi mannetje middelste zaagbek en aan de lauwersmeerkant van de sluizen zaten 2 toppereenden in een groep kuifeenden.
In de haven hoorde ik van andere vogelaars dat de al een aantal dagen aanwezige ijseenden nog steeds ter plaatse waren aan de oostkant van de haven. Een paar minuutjes later had ik deze vogels ook in de scoop; altijd leuk. Verderop in de haven hoorde ik sneeuwgorzen, maar kreeg ze niet te zien. In de haven zwommen ook nog 2 gewone zeehonden; bij één van deze twee dook een dodaars op die zich wezenloos schrok van de kop van de zeehond en halsoverkop wegvloog.
Vervolgens ben ik richting de vlinderbalg gereden. Omdat het vrij hard waaide en het water erg hoog stond, waren er weinig vogels. Dit werd goedgemaakt door een prachtige groep van meer dan 20 bonte kraaien. Deze soort gaat als wintergast hard achteruit maar deze winter zaten er dus wel aardige aantallen in het lauwersmeer.
’s Ochtends was er een roodhalsfuut gemeld aan de westkant van het lauwersmeer, in de haven van Oostmahoorn. Helaas was de vogel niet meer te zien toen ik er ’s middags aankwam.
Toen ben ik maar op zoek gegaan naar leuke ganzen rond het plaatsje Morra. Al vrij snel vond ik in een groep rotganzen een schitterende zwarte rotgans. Helaas geen witbuikrotgans kunnen vinden.
Andere vogelaars wezen mij op een andere groep rotganzen iets noordelijker van de eerste groep. In het laatste licht kon ik nog net de in deze groep aanwezige roodhalsgans zien. Wat een schitterende soort is dat toch! Terug gekomen in Nes (waar ik verbleef bij een goed bevriende vogelaar) liep ik nog even naar buiten. Vanuit de buurt van een boerderij waar jaarlijks kerkuilen zitten, klonk één keer de schreeuw van het mannetje. Een leuke afsluiting van een leuke dag.
Zondag was het weer helaas weer erg slecht. Ik probeerde ´s ochtends in wind en regen fraters en strandleeuweriken te vinden in de Bantpolder, maar er was geen zangvogel te zien.
Omdat er verder niet veel te doen meer was rondom het lauwersmeer ging ik op weg naar het dorpje Schuilenburg, alwaar al enkele dagen een parelduiker en een kuifduiker verbleven. De afstand en vooral de wind had ik een beetje fout ingeschat. Daarnaast reed ik nog een paar keer fout, waardoor ik al bijna het Bergummermeer af stond te scopen in plaats van het schuilenburg. Na lang gezwoeg kwam ik rond 3 uur aan bij de goede plek en zag ik al snel de kuifduiker en iets later de parelduiker. Dit was pas mijn 3e parelduiker in Nederland dus ik ben er erg blij mee. Hierna was er geen tijd meer over om nog iets anders te ondernemen, dus ik liet mij door de wind terugblazen naar Buitenpost en ging via Groningen terug naar Wageningen. Al met al een leuk weekend met 18 nieuwjaarssoorten.
donderdag 17 januari 2008
Tot nu toe
Uiteraard heb ik de afgelopen weken al regelmatig gevogeld. Ik begon op 1 januari nabij mijn ouderlijke woonplaats Amersfoort bij een nogal tamme roodkeelduiker om vervolgens de grote kruisbekken van de Treek terug te vinden enkele honderden meters van de bij het grote publiek bekende drinkplasjes. Deze dag leverde verder niet echt iets noemenswaardigs op.
Op 2 januari moest ik voornamelijk dingen regelen voor mijn huidige kamer in wageningen. Dit gaf me gelegenheid om de Blauwe Kamer te bezoeken. Helaas was het gebied vrij leeg; 2 waterpiepers waren de leukste waarneming. Gelukkig zaten onderaan de grebbenberg nog wel een aantal schitterende ransuilen die zich mooi lieten bekijken.
Op 3 januari moest het toen echt gaan gebeuren; samen met 4 andere NJN' ers ging ik vogelen in Noord-Holland. We begonnen bij Bergen aan Zee om nogmaals grote kruisbekken te zien en hiervoor maakten we een mooie wandeling door de duinen. Bij de Pirola-vallei werd al snel een klapekster gevonden. Ook de grote kruisbekken waren aanwezig op hun gebruikelijke stek en lieten zich zeer mooi bekijken in een kale eik.
We vervolgden onze weg naar de Putten, waar we op zoek gingen naar dwergganzen. Op één of andere manier lukte het ons echt niet om deze vogels te vinden dus enigszins teleurgesteld, maar gelukkig wel met de nodige nieuwjaarssoorten (o.a. kemphaan, blauwe kiekendief en steenloper) reden we richting Castricum. Hier was sinds november (maar pas gemeld op 1 januari) een kortteenleeuwerik , een nieuwe soort voor mij, aanwezig. Toen wij aankwamen bij de plek was de vogel al enige tijd uit beeld, maar gelukkig kwam hij/zij na een minuut of 20 aanvliegen om zich vervolgens heel goed te laten bekijken. Op deze plek waren ook enkele wilde zwanen aanwezig, die zich ook erg mooi lieten horen en bekijken.
Een bezoek aan castricum is uiteraard niet compleet zonder het kijken naar de (op dit moment zeer discutabele) grote tafeleend. Zoals gewoonlijk zat hij met de kop in de veren. Gelukkig zagen en hoorden we ook hier nog een aantal nieuwjaarssoorten waaronder waterral, grote gele kwikstaart en havik. Helaas was de witoogeend niet aanwezig op het hoefijzermeer.
De 2 weken daarna verliepen een stuk rustiger. Op de ochtend van 12 januari zag ik de nog altijd aanwezige waterspreeuw bij Rozendaal. Helaas was ik op zondag 13 januari op de verkeerde plek naar een gors aan het zoeken, want terwijl ik (zelfs zonder resultaat) naar de dwerggors bij katwijk aan het zoeken was, werd er 10 kilometer van mijn kamer een heuze witkopgors ontdekt ten noorden van renkum. Zoekacties op maandag leverden niets op behalve nieuwjaarssoorten in de vorm van geelgors en zwarte specht.
Uiteraard heb ik ook nog veel andere algemene soorten gezien de afgelopen weken. De teller staat op dit moment op 106. Complete overzicht staat op http://www.waarneming.nl/ onder het kopje 'topspotters soorten' en dan 2008.
Aankomend weekend ga ik het hele weekend vogelen in het lauwersmeer en dat gaat hopelijk weer een hoop soorten opleveren.
Op 2 januari moest ik voornamelijk dingen regelen voor mijn huidige kamer in wageningen. Dit gaf me gelegenheid om de Blauwe Kamer te bezoeken. Helaas was het gebied vrij leeg; 2 waterpiepers waren de leukste waarneming. Gelukkig zaten onderaan de grebbenberg nog wel een aantal schitterende ransuilen die zich mooi lieten bekijken.
Op 3 januari moest het toen echt gaan gebeuren; samen met 4 andere NJN' ers ging ik vogelen in Noord-Holland. We begonnen bij Bergen aan Zee om nogmaals grote kruisbekken te zien en hiervoor maakten we een mooie wandeling door de duinen. Bij de Pirola-vallei werd al snel een klapekster gevonden. Ook de grote kruisbekken waren aanwezig op hun gebruikelijke stek en lieten zich zeer mooi bekijken in een kale eik.
We vervolgden onze weg naar de Putten, waar we op zoek gingen naar dwergganzen. Op één of andere manier lukte het ons echt niet om deze vogels te vinden dus enigszins teleurgesteld, maar gelukkig wel met de nodige nieuwjaarssoorten (o.a. kemphaan, blauwe kiekendief en steenloper) reden we richting Castricum. Hier was sinds november (maar pas gemeld op 1 januari) een kortteenleeuwerik , een nieuwe soort voor mij, aanwezig. Toen wij aankwamen bij de plek was de vogel al enige tijd uit beeld, maar gelukkig kwam hij/zij na een minuut of 20 aanvliegen om zich vervolgens heel goed te laten bekijken. Op deze plek waren ook enkele wilde zwanen aanwezig, die zich ook erg mooi lieten horen en bekijken.
Een bezoek aan castricum is uiteraard niet compleet zonder het kijken naar de (op dit moment zeer discutabele) grote tafeleend. Zoals gewoonlijk zat hij met de kop in de veren. Gelukkig zagen en hoorden we ook hier nog een aantal nieuwjaarssoorten waaronder waterral, grote gele kwikstaart en havik. Helaas was de witoogeend niet aanwezig op het hoefijzermeer.
De 2 weken daarna verliepen een stuk rustiger. Op de ochtend van 12 januari zag ik de nog altijd aanwezige waterspreeuw bij Rozendaal. Helaas was ik op zondag 13 januari op de verkeerde plek naar een gors aan het zoeken, want terwijl ik (zelfs zonder resultaat) naar de dwerggors bij katwijk aan het zoeken was, werd er 10 kilometer van mijn kamer een heuze witkopgors ontdekt ten noorden van renkum. Zoekacties op maandag leverden niets op behalve nieuwjaarssoorten in de vorm van geelgors en zwarte specht.
Uiteraard heb ik ook nog veel andere algemene soorten gezien de afgelopen weken. De teller staat op dit moment op 106. Complete overzicht staat op http://www.waarneming.nl/ onder het kopje 'topspotters soorten' en dan 2008.
Aankomend weekend ga ik het hele weekend vogelen in het lauwersmeer en dat gaat hopelijk weer een hoop soorten opleveren.
Nog zo'n suffe jaarlijst-weblog
Na de poging van Peter de Vries om het all-time-high jaarlijstrecord van 339 soorten te verbreken, lijken er dit jaar toch behoorlijk wat meer mensen er flink op los te vogelen/twitchen dan vorig jaar. Dit jaar zijn er al behoorlijk wat jaarlijst-weblogs verschenen en op de dutch birding-dag werd er zelfs gevraagd of een ander persoon de weblog op dutchbirding.nl in 2008 wilde overnemen.
Ok, het is duidelijk dat 'jaarlijsten' in is, maar dit slaat alles: http://www.thebiggesttwitch.com/
Zelf ga ik proberen om dit jaar meer dan 300 soorten te zien in Nederland. Dit is natuurlijk een doel dat in principe prima te halen is, maar omdat ik het ook behoorlijk druk heb met mijn studie en ik in september waarschijnlijk voor een aantal weken in Georgië zit om roofvogels te tellen (wat vervelend nou) zal het toch niet bepaald makkelijk worden. Hier komt nog bij dat ik niet zelf over een auto beschik en dus vooral afhankelijk ben van het openbaar vervoer. Al met al kan het wel eens een kansloze poging worden...
Naast mijn zoektochten naar vogels zal ik ook het één en ander plaatsen over mijn andere natuurbelevenissen (mochten die er dit jaar zijn).
Ok, het is duidelijk dat 'jaarlijsten' in is, maar dit slaat alles: http://www.thebiggesttwitch.com/
Zelf ga ik proberen om dit jaar meer dan 300 soorten te zien in Nederland. Dit is natuurlijk een doel dat in principe prima te halen is, maar omdat ik het ook behoorlijk druk heb met mijn studie en ik in september waarschijnlijk voor een aantal weken in Georgië zit om roofvogels te tellen (wat vervelend nou) zal het toch niet bepaald makkelijk worden. Hier komt nog bij dat ik niet zelf over een auto beschik en dus vooral afhankelijk ben van het openbaar vervoer. Al met al kan het wel eens een kansloze poging worden...
Naast mijn zoektochten naar vogels zal ik ook het één en ander plaatsen over mijn andere natuurbelevenissen (mochten die er dit jaar zijn).
Abonneren op:
Posts (Atom)