dinsdag 30 oktober 2012

Texel (12-16 okt)

Van 12 tot 16 oktober was ik met de vogelwerkgroep van de NJN op herfstkamp op Texel. Alhoewel het weer wat tegenviel gedurende de periode hebben we een aantal leuke soorten gezien. Mijn persoonlijke hoogtepunt was er meteen in de eerste uren vogelen op zaterdag. Samen met Daan en excursiedeelnemers liep ik vanaf de Westerslag de duinen door richting de Jan Ayeslag. Er was mooie trek van mezen, lijsters vinken en gorzen en o.a. slechtvalk, grote gele kwik en beflijster waren kleine bonusjes totdat er vanuit het noorden een pieper aan kwam vliegen met een boompieper-achtig roepje. In deze tijd van het jaar linke soep dus we probeerden de vogel snel op te pikken. Dit lukte en toen de vogel met voor ons licht mee richting de duinrand vloog viel een egaal donker gekleurde rug en een duidelijke wenkbrauwstreep op. Dat leek wel een sibopi! Van een afstandje kon ik wat foto's maken toen de vogel in een vliertje ging zitten. Helaas verdween de vogel spoedig daarna en restten ons alleen nog de foto's. Deze waren van matige kwaliteit maar lieten thuis op de pc toch genoeg zien voor een zekere determinatie als Siberische boompieper!


Topplaten

De rest van zaterdag was lekker vogelen met bokje, blauwe kiekendief en een getwitchte kleine vliegenvanger. Zondag was het weer bijzonder slecht en zat ik het grootste deel van de dag binnen. Maandag werd een heerlijke dag met o.a. Vorkstaartmeeuw, Draaihals, Bladkoning en nogmaals de Kleine vliegenvanger. De klapper was nogmaals een Siberische boompieper, die eerder op de dag door Diederik Kok werd gevonden en zich tijdens de invallende schemering nog net een paar keer mooi liet zien bij de Koog.

DT2


Na vogeltechnisch gezien 2 te rustige laatste septemberweekenden, met wat ‘good old’ trektellen op telpost ’t Hazewater bij Amersfoort was  het tijd voor het 2e Deception tours weekend.
Gezien de voorspellingen had ik er een beetje een hard hoofd in of het wat zou gaan opleveren, maar het leek er van te voren op dat zondag nog wel eens een aardig dagje zou kunnen worden. En het is immers oktober en het is immers Vlieland…Maar toch, regen en zuid/noord-westenwind is nou niet echt iets waarbij je denkt aan wilde dwaalgasten, mits zij niet gepaard gaan met gunstig weer ten noorden van het eiland.
Vrijdagochtend regende het pijpenstelen en de boottocht werd binnen doorgebracht. De regen stopte vlak na aankomst, waardoor we na een bakje koffie en wat boodschappen meteen aan de slag konden. In eerste instantie leek het wel mee te vallen met de aantallen vogels op het eiland; er zaten aardig wat vinken , kepen en de eerste koperwieken van het najaar zijn altijd mooi, maar na de rest van de dag gevogeld te hebben waren de hoogtepunten een slechtvalk en een vuurgoudhaan…niet bepaald DT-waardig. Om half 7 werd de zoektocht opgegeven en enigszins gedesillusioneerd gingen we maar aan het bier. De windvoorspellingen voor zaterdag waren positief gewijzigd: er werd nog maar windkracht 4 voorspeld (wel uit de verkeerde richting, maar goed) en het zou alleen ’s ochtends regenen. Het eiland zou in ieder geval goed ‘bevogelbaar’ zijn , want vrijdag waaide het wel erg hard.

Dat ‘bevogelbaar’ bleek achteraf wat zachtjes uitgedrukt. Al in de schemering klonken er roepjes van overvliegende koperwieken. Het plan om nog even binnen de regen uit te zitten hielden we niet lang vol toen we letterlijk duizenden koperwieken over het dorp zagen vliegen en we spoedden ons de miezer in. Het dorp zat vol met vogels, waaronder veel mezen en lijsters, maar ook heggenmussen, tjiffen, grauwe vliegen etc.
Toen ik na een mooi rondje weer terug kwam bij het huisje om daar de fiets te pakken voor een ritje naar de oostpunt vonden Thijs en Jorrit een grote pieper aan de grond aan het einde van het Westerse Veld. Een sprintje (op de fiets) en een paar minuutjes later was de vogel, die zich op (zeker voor een grote pieper) korte afstand leuk liet bekijken. Ondertussen was het helemaal opgeklaard en konden we in het zonnetje genieten van de grote groepen lijsters die nog steeds over kwamen vliegen. Leuk waren mijn eerste beflijsters van het najaar.

Grote pieper                                                                  

Na een paar minuten kwam Rommert, die vlak daarvoor voor ons uit was gefietst, wild teruggefietst. “Kaspsische roodborsttapuit bij de bunker!”. De vogel was door Eddy en Han gevonden en zat dus ergens bij een bunker bij duinkersoord.. In hoog tempo reden we naar de noordkant van het eiland en kwamen na nog een keertje te fout te zijn gereden in een stroom hard fietsende vogelaars terecht op weg naar de goede plek. Fietsen werden achteloos neergegooid, er werd gerend…chaos! Heerlijk! Snel konden we aansluiten bij de groeiende rij, maar de vogel was uit beeld. De vogel was erg mobiel en leek steeds verder richting het westen op te schuiven. Het duurde enkele minuten (het leken uiteraard wel uren ;)) voordat de vogel werd teruggevonden en iedereen hem kon zien. Een geweldig bont beest die qua verenkleed best wat weg had van een Bonte tapuit. De vogel liet zijn kenmerkende staartpatroon regelmatig prachtig zien en hoewel het (op dit moment) een ondersoort is, werd hij gevierd als een échte nieuwe soort voor Nederland.

Twitch van de Kaspische roodborsttapuit

Nadat het adrenalinepeil weer wat was gezakt, vogelden Jorrit, Thijs, Frank, Thomas en ik weer verder. Bij Lange Paal vonden we al snel een bladkoning aan de noordkant van het bos en rond de Nieuwe kooi vonden we diverse beflijsters. De bossen zaten vol met lijsters en met het zonnetje erbij werd het een heerlijke middag.

Grote gele kwikstaart

Aan het eind van de middag werd er door Niels Gilissen een siberische boompieper gevonden op de Vliehors. Een mooie tocht in het late middagzonnetje volgde, maar de vogel was niet meer te vinden. Wel zagen we nog een mooie velduil en een sprinkhaanzanger. 


Tocht over de Vliehors naar de plek van de Siberische Boompieper

De roodborsttapuit was ’s avonds een feestje waard, wat de zondag een iets minder productieve dag maakte die ook niet al te veel meer opleverde. Bij terugkomst in Harlingen zat er nog een mooie juveniele jan-van-gent naast de boot. 


Jan-van-gent

dinsdag 18 september 2012

DT1

Na wat kansloos gevogel (kuifaalscholver + een hoop pap, maar geen krenten) bij IJmuiden op de eerste zondag van september en een veel te heet NJN-nazomerkamp bij Oostvoorne de week erna, wat wel twee sperwergrasmussen en heel veel tamme zwarte mezen opleverde, was het afgelopen weekend tijd voor het eerste Deception Tours-weekend van het jaar.

Om 9 uur 's ochtends stapte ik samen met Mark, Thijs, Jorrit en nog enkele tientallen andere vogelaars op de boot naar Vlie. Er stond een harde westenwind die toen we het zeegat tussen Vlie en Terschelling naderden al wat zeevogels langs de boot blies. Er was voorspeld dat de wind gedurende de middag richting noordwest zou draaien, wat gunstig zou zijn voor zeetrek langs Vlieland. Vlak voordat we de haven bereikten kwam er een piepje met het bericht dat er een bosgors op het eiland zat, ten westen van Lange Paal, bij de weitjes van Mensink. Helaas was de vogel al weer snel kwijtgeraakt, maar het was reden genoeg voor Mark en mij om direct nadat we onze spullen in het huisje hadden gedumpt tegen de wind in te ploeteren op weg naar de Lange Paal. Hier liepen we eerst een rondje door het bos, waar aardig wat vogels zaten, waaronder wat Bonte vliegenvangers. Via de camping reden we naar de weitjes van Mensink, waar we via de nodige Paapjes, piepers en Tapuiten richting de westrand liepen. Hier zat iets te 'tjakken' in de bosjes. We dachten even aan een roepende gekraagde roodstaart, maar het kwartje viel pas toen er een groot grijs beest in beeld kwam. Sperwergrasmus! Een leuke en voor mij nieuwe zelfontdeksoort, die zich een minuut lang leuk liet bekijken samen met een grauwe vliegenvanger, maar vervolgens helaas spoorloos verdween, voordat de eerste vogelaars die op ons piepje afkwamen er waren.
Óók erg snel verdween de Kleine vliegenvanger die daarna door Harm Dijkstra en co. werd ontdekt op de camping bij Lange Paal. Gelukkig besloten Mark en ik bij die piep gewoon lekker door te vogelen in de Nieuwe Kooi, wat overigens niet al te veel opleverde. Aan het eind van de middag gingen we dan toch maar aan zee zitten, ook al gaat dat een klein beetje tegen de principes van DT-weekenden in. Vrij snel werden we beloond met een Vaal stormvogeltje dat prachtig langs kwam fladderen. We moesten vervolgens vrij lang wachten, maar in het begin van de avond, toen de noord-component in de wind wat toenam, werden we beloond met 2 grauwe pijlstormvogels, grote jagers, een middelste jager en een jagertje waarvan we, toen de vogel op wat grotere afstand vloog, afzonderlijk allemaal dachten dat het een juveniele kleinste was op basis van postuur, vlucht en grondkleur. Toen de vogel echter dichterbij kwam vliegen, bleken de boven- en onderstaartdekveren niet of nauwelijks getekend te zijn. Wel toonde de vogel weinig wit op de bovenvleugel en was de grondkleur koud donkerbruin. We durfden er geen naam op te plakken, maar toen ik thuis de Jagergids van Olsen erop nasloeg, vond ik een foto van een uiterst donkere juveniel kleinste jager die ook geen tekening op de staartdekveren vertoonde. Deze vogel had daarentegen nauwelijks lichtere tekening in de nek, iets wat onze vogel wel had. Het blijft een beetje een mystery bird...

Zaterdagochtend keken we bij de kazerne over zee. Een gestage stroom van ruim 200 jan-van-genten vloog langs, gevolgd door een golfje noordse stormvogels, waarvan er een aantal mooi dichtbij kwamen. Omdat de bosjes riepen, staakten we het zeetrektellen en liepen we langs de kazerne naar de zuidkant van de Kroonspolders. Op dat moment werd er op de oostpunt een naar het westen vliegende Koereiger gemeld. Dat is natuurlijk een heel gave eilandsoort, dus we trokken een klein sprintje richting een hoog duin. Na een kwartier pikten we een wit reigertje op, wat we op de kwelder ten westen van de Kroons zagen landen. Dit werd via de Watsapp gemeld en even later zagen Rob en Helen de vogel zitten en bleek het een kleine zilverreiger te zijn. Óók leuk op het eiland, maar wel net even iets minder...
Met Sjoerd liep ik vervolgens rondom de polder, wat behalve een vroege oeverpieper weinig noemenswaardigs opleverde. Ook de rest van de dag bleef het rustig.

Zondagochtend begonnen Thijs en ik op Stortemelk. Na een mooie wandeling vonden we bij Eureka een boomklever. Zaterdag waren er ook al 1 of misschien meerdere boomklevers aanwezig op de oostpunt, maar toen betrof het nog een nieuwe soort voor het eiland!
'S middags reden we naar Lange Paal om de kleine vliegenvanger, die zich gedurende het weekend af en toe leuk liet zien, te gaan zoeken. Deze was snel gevonden en liet zich prachtig bekijken. Na een rondje door de Oude Kooi, wat alleen wat Kleine barmsijzen en een boomklever opleverde, vonden we het mooi geweest en reden we terug naar ons huisje. Vlak voor het dorp zat nog een vrouwtje rouwkwik, wat voor mij nog een nieuwe Vlieland-soort was.
Al met al een vermakelijk weekend, maar zonder een echte knaller. Dat kan en wordt vast beter de komende tijd!

donderdag 13 september 2012

Herfst!

En na anderhalf jaar mediastilte ook de hoogste tijd om deze blog weer op te pakken! Niet omdat er al deze tijd niets was om over te berichten, maar meer omdat ik te weinig tijd had om er aan te werken. Ondertussen ben ik de nodige goede soorten (Kortbekzeekoet, Langstaartklauwier, Kleine kokmeeuw etc. etc.)  en mooie reisjes (o.a. Costa Rica & Marokko) verder; de Nederlandse lijst staat ondertussen alweer op 387 en ik hoop daar de komende maanden weer een aantal goede soorten aan toe te gaan voegen!

Een overzicht van het afgelopen jaar is moeilijk te geven, maar een succesvol begin van een hopelijk knallende herfst mag in ieder geval niet ontbreken. De komende 2 maanden zullen in ieder geval gevuld worden met de drie Deception Tours-weekenden, NJN-kampen op de Maasvlakte en Texel, als het goed is een lang weekend Schiermonnikoog en tussendoor natuurlijk de nodige dagtripjes en (hopelijk) twitches!

Van 11 t/m 26 augustus was ik 2 weken lang aan het vogelen in de Top of Holland, eerst een paar daagjes in het Lauwersmeer samen met Jurriën en vervolgens op het traditionele NJN-kamp op Terschelling. Met name in het Lauwersmeer was het goed toeven met op de eerste avond een mooie Poelruiter, een paar Reuzensterns, wat Temmincks strandlopers en een groep Casarca’s in de Ezumakeeg. De 12e leverde een grauwe klauwier en wat reuzensterns op. Toen we ’s middags vanaf Paesens de Bantpolder inreden, probeerde een juveniele Zwarte ooievaar zich voor ons te verbergen door in elkaar gedoken op zijn knietjes te gaan zitten. Jurriën trapte daar gelukkig niet in en wees me op het hoopje vogel, dat even later een mooi rondje over ons heen flapte.  De Keeg was die dag, afgezien van wat mooie reuzensterns en een verre zeearend, niet veel soeps, waardoor we vrij snel weer weggingen en nog nét voor sluitingstijd (21.00: belachelijk, en deze mening werd uiteraard gedeeld door de Italiaanse gasten) voor een pizza konden aanschuiven in Zoutkamp.

De 13e was onze laatste volle dag in het Lauwers en moest het dus gebeuren…en wonderbaarlijk genoeg gebeurde het ook! Na o.a. wat grauwe kieken, spotvogels en paapjes in de Marnewaard, en het twitchen van Stofzaad (een zeldzaam, bladgroen-loos plantje), rijden we aan het eind van de middag het zuid-deel van de Ezumakeeg binnen. Na het zittend checken van de slikjes in de verte, sta ik maar eens op om het slikplaatje voor de hut af te scopen. Na een paar seconden krijg ik een klein warm cremekleurig steltje met gele poten in beeld…”Huh, Blonde ruiter?! Ja!”. Jurriën was het met de determinatie eens en we spoedden ons naar de hut om de vogel van dichterbij te bekijken. Nadat we hier in eerste instantie alleen maar kemphanen zagen en ik al bijna bang werd dat ik een determinatieblunder had begaan, zag ik de vogel gelukkig weer lopen en konden de eerste bewijsplaatjes worden gemaakt. Later op de avond kon de vogel nog door een tiental vogelaars  worden getwitcht, terwijl die dichtbij de weg op het eilandje liep en zich fantastisch liet bekijken, en ook de dagen erna was de vogel aanwezig (zelfs even vergezeld door een 2e vogel!). Overigens bleek later op de avond dat de vogel iets eerder in de middag ook al was gezien, maar dit was pas laat doorgegeven en mocht daarom de pret van de leuke zelfontdekking dan ook niet drukken.

















De volgende dag fietsten we met de wind in de rug richting Harlingen. Onderweg ontdekten we nog even 3 zwarte ooievaars, één exemplaar cirkelend bij Oosternijkerk en twee vogels thermiekend net ten westen van Holwerd. Gaaf!

Terschelling
Ook op Terschelling kwamen de nodige goede soorten voorbij. Op 18 augustus zag ik een mooie juveniel grauwe kiekendief naar het westen vliegen bij Hoorn. Twee dagen later was het ook goed raak met de ontdekking van een mooi vrouwtje grauwe klauwier bij het Heartbreak hotel gevolgd door een langsvliegende vale pijlstormvogel vanaf het duin waar de klauwier achter zat. Twee dagen later vloog een grauwe pijlstormvogel praktisch over het strand bij paal 8. Op de 23e vogelde ik samen met o.a. Daan en Jacob 113 soorten bij elkaar tijdens de jaarlijkse Big Day, waarmee het record voor het tweede jaar achtereen werd geëvenaard. Het absolute hoogtepunt van die dag was een langsvliegende lichte juveniel kleinste jager, die zich schitterend liet bekijken.
De zeldzaamste soort was ook op Terschelling een Blonde ruiter, die helaas niet gevonden werd door NJN’ers, maar door Wim van Splunder, die de vogel piepte, waarna bijna het hele kamp kon genieten van de vogel. Ook dit exemplaar liet zich prachtig bekijken.