zondag 20 januari 2008

Regen, wind en vogels in het hoge noorden

Mijn plan om fanatiek te gaan vogelen werd dit weekend flink tegengewerkt door het weer. Op vrijdag was de lucht zo donker dat er eigenlijk al te weinig licht was toen ik om half 4 in Buitenpost uit de trein stapte.
Zaterdagochtend regende het tot een uur of half 11 ononderbroken, dus ik stapte pas vrij laat op de fiets.
Mijn eerste stop maakte ik op de kwelder bij Paesens, waar ik mijn eerste bonte strandlopers, drieteenstrandlopers, zilverplevier en kanoeten van het jaar zag. In de altijd vogelrijke bantpolder raasde een smelleken laag over het veld, alom paniek zaaiend onder de (toch 3 keer zo grote) wintertalingen.
Aan de andere kant van de dijk dobberden een paar eiders op zee, voor de spuisluizen zat een mooi mannetje middelste zaagbek en aan de lauwersmeerkant van de sluizen zaten 2 toppereenden in een groep kuifeenden.
In de haven hoorde ik van andere vogelaars dat de al een aantal dagen aanwezige ijseenden nog steeds ter plaatse waren aan de oostkant van de haven. Een paar minuutjes later had ik deze vogels ook in de scoop; altijd leuk. Verderop in de haven hoorde ik sneeuwgorzen, maar kreeg ze niet te zien. In de haven zwommen ook nog 2 gewone zeehonden; bij één van deze twee dook een dodaars op die zich wezenloos schrok van de kop van de zeehond en halsoverkop wegvloog.
Vervolgens ben ik richting de vlinderbalg gereden. Omdat het vrij hard waaide en het water erg hoog stond, waren er weinig vogels. Dit werd goedgemaakt door een prachtige groep van meer dan 20 bonte kraaien. Deze soort gaat als wintergast hard achteruit maar deze winter zaten er dus wel aardige aantallen in het lauwersmeer.
’s Ochtends was er een roodhalsfuut gemeld aan de westkant van het lauwersmeer, in de haven van Oostmahoorn. Helaas was de vogel niet meer te zien toen ik er ’s middags aankwam.
Toen ben ik maar op zoek gegaan naar leuke ganzen rond het plaatsje Morra. Al vrij snel vond ik in een groep rotganzen een schitterende zwarte rotgans. Helaas geen witbuikrotgans kunnen vinden.
Andere vogelaars wezen mij op een andere groep rotganzen iets noordelijker van de eerste groep. In het laatste licht kon ik nog net de in deze groep aanwezige roodhalsgans zien. Wat een schitterende soort is dat toch! Terug gekomen in Nes (waar ik verbleef bij een goed bevriende vogelaar) liep ik nog even naar buiten. Vanuit de buurt van een boerderij waar jaarlijks kerkuilen zitten, klonk één keer de schreeuw van het mannetje. Een leuke afsluiting van een leuke dag.
Zondag was het weer helaas weer erg slecht. Ik probeerde ´s ochtends in wind en regen fraters en strandleeuweriken te vinden in de Bantpolder, maar er was geen zangvogel te zien.
Omdat er verder niet veel te doen meer was rondom het lauwersmeer ging ik op weg naar het dorpje Schuilenburg, alwaar al enkele dagen een parelduiker en een kuifduiker verbleven. De afstand en vooral de wind had ik een beetje fout ingeschat. Daarnaast reed ik nog een paar keer fout, waardoor ik al bijna het Bergummermeer af stond te scopen in plaats van het schuilenburg. Na lang gezwoeg kwam ik rond 3 uur aan bij de goede plek en zag ik al snel de kuifduiker en iets later de parelduiker. Dit was pas mijn 3e parelduiker in Nederland dus ik ben er erg blij mee. Hierna was er geen tijd meer over om nog iets anders te ondernemen, dus ik liet mij door de wind terugblazen naar Buitenpost en ging via Groningen terug naar Wageningen. Al met al een leuk weekend met 18 nieuwjaarssoorten.

Geen opmerkingen: